faalangst

Faalangst

Faalangst

Faalangst komt veel voor. Het woord zegt het al: angst om te falen. Kinderen met faalangst kunnen hoge verwachtingen van zichzelf hebben of denken dat ze niet kunnen voldoen aan de verwachtingen van anderen. Faalangst komt bij allerlei kinderen voor. Kinderen met een beperking doen vaker een negatieve ervaring op en hebben een grotere kans om faalangst te ontwikkelen. Uiteraard zijn meer factoren die een rol spelen, zoals erfelijkheid, gezinsfactoren en onderwijssystemen. Het ene kind is daarbij ook nog eens gevoeliger dan het andere kind.

Waar zijn kinderen eigenlijk bang voor? Faalangst komt voor in allerlei gedaanten, zoals angst om fouten te maken, angst om uitgelachen of afgewezen te worden (vooral door leeftijdsgenootjes) of angst bij lichamelijke uitdagingen (denk aan gymles). Je herkent het ondere andere aan uitspraken als ‘dat kan ik niet’, ‘dat moet jij doen’, ‘het lukt me (toch) niet’, ‘ik ben daar slecht in’. Faalangst kan een negatief zelfbeeld ontwikkelen en het kind kan situaties gaan vermijden.

De klachten

Voor kinderen met faalangst is het leven soms heel zwaar. Zij willen wel, maar zij durven niet. Zij willen dolgraag met andere kinderen spelen, maar zij trekken zich liever terug omdat ze bang zijn om afgewezen te worden. Hierdoor kunnen kinderen zich eenzaam voelen. Ook het houden van een spreekbeurt of boekbespreking in de klas kan al weken van te voren stress geven. Lichamelijke klachten, zoals hoofdpijn, buikpijn, piekeren en slapeloosheid komen hierbij regelmatig voor. De oplopende stress en spanning kan ervoor zorgen dat het kind op het moment suprême volledig blokkeert en hierdoor een negatieve ervaring opdoet. De angst wordt waarheid en het kind wordt bevestigd in zijn negatieve gedachten. Een vicieuze cirkel volgt. Het kind durft niet meer te beginnen aan een nieuwe taak, opdracht, vriendjes maken, spreekbeurt, of boekbespreking en gooit al vanaf het begin de handdoek in de ring!

De gevolgen van faalangst

Als ouder zie je je kind ongelukkiger worden, zich vaker terugtrekken of dwars gedrag vertonen. Met dit laatste wordt verhuld wat er daadwerkelijk aan de hand is. Die nare gevoelens waar zij van binnen mee rondlopen willen ze niet voelen, dus dan zorgen ze maar voor afleiding om zichzelf te beschermen tegen deze nare gevoelens. Ieder kind is uniek en uit zich weer op een andere manier. Kinderen gaan zichzelf overschreeuwen, extreem hun best doen, clownesk doen, weglopen of juist onderpresteren. Sommigen worden onrustiger of bozer of juist helemaal het tegenovergestelde: volledig in zichzelf gekeerd, zich terugtrekkend in de eigen veilige cocon.

Tips voor ouders

Ouders zijn geneigd om kinderen te behoeden voor het maken van fouten. Als een kind moeite heeft met het maken van fouten, dan is het onze taak om te zorgen dat het kind hiermee leert omgaan. Vermijd lastige situaties niet. Laat het kind erover nadenken, zelf een plan maken en bepalen wanneer hij of zij een stapje vooruit zet. Probeer het kind het probleem zelf op te laten lossen. Dit geeft vertrouwen en vergroot de kans dat het een haalbaar plan is.

Fouten maken hoort er bij in het leven, iedereen maakt fouten! Fouten maken vertellen dat er een manier is ontdekt waarop iets niet moet en zet aan tot verder nadenken. Bemoedig je kind door te wijzen op het doorzettingsvermogen. Geef complimenten op inzet en gedrag in plaats van op het resultaat. Vertel dat fouten maken erbij hoort en juist leuk is, omdat het kind iets aan het uitvinden is!

Vraag welke gedachten je kind heeft als er een fout wordt gemaakt. Waar komen deze vandaan? Wie heeft dat verteld? En waarom is hij of zij dat gaan geloven? Welke gedachten kunnen wél helpen?

Vanuit vertrouwen en liefde

De geluksbeleving van het kind met faalangst staat op het spel. Het is belangrijk dat het kind zich kan ontwikkelen in een veilige en liefdevolle omgeving. Neem de gevoelens van het kind serieus en erken dat het moeilijk is. Zorg dat je vertrouwen hebt in je kind. Blijf rustig en geduldig. Een kind zal zich verder terugtrekken als je het geduld verliest of je teleurstelling laat zien als het wéér niet gelukt is. Hou vertrouwen, er komt een dag dat je kind het wel kan!

Zelfonderzoek bij ouders

Onderzoek ook eens hoe jij als ouder zelf omgaat met het maken van fouten. Mag jij van jezelf wel eens iets niet goed doen? En hoe reageer jij dan? Wat jij laat zien neemt je kind namelijk van je over! Als ouder ben jij hét voorbeeld voor jouw kind. Zijn jullie prestatiegericht? Hebben jullie onbewust de lat hoog liggen? In hoeverre zijn jullie verwachtingen ten aanzien van het kind realistisch? Leg de lat soms juist wat lager zodat het kind een succeservaring op kan doen! Laat zien dat fouten maken niet erg is en een hele normaal manier is om dingen te leren.

Integratieve kindertherapie

Integratieve kindertherapie kijkt naar het hele kind gekeken en niet alleen naar het probleem. Het gaat over gedrag, denken, emoties, verbeelding, het fysieke en de spirituele beleving. Het kind staat centraal en krijgt een aanpak op maat. De integratieve kindertherapie gaat uit van het principe: ‘Het kind weet het, kan het en doet het!’. Het kind is de enige deskundige van zichzelf, ik doe de begeleiding!

Wil je meer weten over de zelfstandigheid vergroten? Klik dan hier!