Straffen: waarom het niet werkt en wat kinderen wél nodig hebben

Straffen: waarom het niet werkt en wat écht helpt bij leren en groeien

Straffen. We doen het allemaal weleens. Een kind straf geven omdat het niet luistert, boos wordt of iets doet wat niet mag. Vaak met de beste bedoelingen: “Ik wil dat hij leert wat goed en fout is.”
Maar werkt straffen eigenlijk wel zoals we hopen? En wat doet het met een kind, vanbinnen?

Wat bedoelen we met straffen?

Straffen is een poging om gedrag te corrigeren door iets onaangenaams toe te voegen of iets prettigs weg te nemen.
Het lijkt opvoedkundig, maar de boodschap die het kind voelt is vaak: “Ik ben niet goed genoeg.”

  • Verbale straf: schreeuwen, dreigen, kleineren.
  • Fysieke straf: een tik, duw of koude douche: dit is fysiek geweld en valt onder kindermishandeling.
  • Emotionele straf: negeren, afwijzen, liefde onthouden.
  • Gevolg-straf: iets afnemen (“geen schermtijd vandaag”) om gedrag te sturen.

Waarom straffen niet werkt

Op korte termijn lijkt straffen effectief. Een kind stopt met het gedrag uit angst voor boosheid of afwijzing.
Maar vanbinnen leert het niets over waarom iets niet mag of hoe het anders kan.

Op korte termijn:

  • Het gedrag stopt, maar de emotie blijft.
  • Het kind leert gehoorzamen, niet begrijpen.
  • Angst of schaamte verdringen nieuwsgierigheid.

Op lange termijn:

  • Minder zelfvertrouwen en meer angst.
  • Meer agressie of juist terugtrekgedrag.
  • Minder vermogen om eigen gedrag te sturen.
  • Een beschadigde ouder-kindrelatie.

Uit onderzoek naar hersenontwikkeling weten we dat angst het leervermogen tijdelijk uitschakelt. Een kind dat bang is, kan niet leren: het lichaam schakelt over op overleven.

Waarom we blijven straffen

Veel ouders herkennen zichzelf in de woorden: “Zo ben ik ook opgevoed, en ik ben er niet slechter van geworden.”
Straffen is diep ingebakken in onze cultuur. Het komt voort uit een tijd waarin gehoorzaamheid belangrijker werd gevonden dan emotioneel begrip.

En vaak gebeurt het uit onmacht. Als een kind grenzen opzoekt, boos wordt of blijft weigeren, raakt dat iets in onszelf: vermoeidheid, frustratie, machteloosheid. Dan voelt straffen als de enige manier om de controle terug te krijgen.

Onder die boosheid zit vaak iets zachts: zorg, bezorgdheid, verdriet.
En juist dáár ligt de ingang naar verbinding.

Wat kun je doen als je merkt dat je wilt straffen?

Niemand is een perfecte ouder. We reageren allemaal weleens vanuit emotie.
Wat helpt, is even pauzeren vóór je reageert.

  • Voel eerst. Haal adem. Vraag jezelf: “Wat wil ik dat mijn kind leert van dit moment?”
  • Benoem wat je ziet: “Ik zie dat je boos bent. Laten we even samen ademhalen.”
  • Herstel de verbinding: “Ik ben ook boos geworden. Dat was niet eerlijk van mij. Zullen we opnieuw proberen?”
  • Gebruik natuurlijke consequenties: “Je hebt je jas niet meegenomen, en je had het koud. Wat kun je volgende keer doen?”

Zo blijft de verantwoordelijkheid bij het kind, zonder dat het bang hoeft te zijn.

Leren door verantwoordelijkheid in plaats van straf

Een kind leert niet van pijn of schaamte, maar van ervaren, voelen en herstellen.
Natuurlijke consequenties helpen om verantwoordelijkheid te nemen:

  • Als je je speelgoed niet opruimt, kun je het later niet vinden.
  • Als je iemand pijn doet, kun je dat goedmaken.
  • Als je te laat gaat slapen, ben je de volgende dag moe.

Dat zijn geen straffen, maar echte ervaringen die leren zonder angst.

In mijn praktijk zie ik regelmatig kinderen die bang zijn om fouten te maken. Ze zeggen: “Mama bedoelt het niet gemeen, maar ik ben dan zo bang dat ze boos wordt.” Die zin raakt me elke keer weer. Want onder dat gedrag zit altijd een kind dat vooral begrepen wil worden.

Grenzen stellen met liefde

Liefdevol opvoeden betekent niet “alles goed vinden”. Kinderen hebben duidelijke grenzen nodig, voorspelbaar en veilig. Maar grenzen hoeven niet hard te klinken om stevig te zijn.

Niet straffen, maar begeleiden.
Niet dwingen, maar helpen begrijpen.
Niet macht gebruiken, maar richting geven.

De kracht van verbinding

Een kind dat zich gezien en begrepen voelt, wil meewerken. Het heeft geen angst nodig om te leren, maar vertrouwen.

Opvoeden is geen strijd die je moet winnen. Het is een reis die je samen loopt, met vallen, opstaan en groeien.

“Wat wil ik dat mijn kind leert van dit moment?”

Liefde is altijd een beter antwoord dan straf. 💛

Mijn kind liegt: waarom kinderen liegen en wat je kunt doen

Mijn kind liegt: waarom kinderen liegen en wat je kunt doen

Wanneer je kind liegt, kan dat je flink raken. Je voelt teleurstelling, misschien zelfs wantrouwen. Maar wist je dat liegen bij kinderen meestal niets te maken heeft met oneerlijkheid? Vaak is het een teken van groei, van angst, of van een behoefte aan bescherming. In deze blog ‘Waarom liegen kinderen’ lees je waarom kinderen liegen, wat er psychologisch achter zit, en hoe jij er liefdevol mee om kunt gaan.


Waarom kinderen liegen

Veel ouders denken bij liegen aan oneerlijkheid of manipulatie. Toch is dat zelden wat er werkelijk speelt. Kinderen liegen meestal omdat de waarheid te spannend of te pijnlijk voelt. Ze willen zich veilig voelen, en dat lukt soms beter door iets te verzwijgen of te verzachten.
Een kind dat liegt zegt eigenlijk:

“Ik ben bang dat je boos wordt of teleurgesteld bent in mij.”

Liegen is dus geen opstandigheid, maar een manier om te overleven in lastige gevoelens.


De ontwikkeling achter liegen

Vanaf ongeveer vier jaar leren kinderen dat anderen hun gedachten niet kunnen lezen. Ze ontdekken dat wat zij weten, niet automatisch door anderen wordt gezien, dat heet theory of mind.

Vanaf dat moment kunnen ze liegen. Eerst gebeurt dat spelenderwijs (“de hond heeft het koekje gepakt”), later bewuster. Niet om te misleiden, maar omdat ze beseffen dat hun woorden invloed hebben.

Een leugentje kan dus een oefening zijn in empathie, verbeelding en zelfbescherming tegelijk.


Liegen, schuld en schaamte

Naarmate kinderen ouder worden, wordt de reden om te liegen complexer. Ze leren wat schuld en schaamte betekenen, gevoelens die diep raken. Maar ze kunnen die nog niet goed verdragen.

Een kind dat iets verkeerd doet, denkt niet alleen:

“Ik deed iets fout.”
Het voelt vaak: “Ik bén fout.”

En dat gevoel is zwaar. Daarom kiezen veel kinderen onbewust voor een leugentje in plaats van het nare gevoel van schuld of schaamte te voelen. Ze willen hun positieve zelfbeeld beschermen: blijven geloven dat ze een goed kind zijn.


Wanneer de waarheid te pijnlijk is

Soms maakt een kind zelfs zijn eigen verhaal, omdat de echte werkelijkheid te moeilijk voelt om te dragen. Dat is een milde vorm van dissociatie, een onbewuste manier om afstand te nemen van iets dat te veel pijn doet. Niet om te manipuleren, maar om zichzelf te beschermen. Een kind dat dit doet, heeft geen strengere straf nodig, maar méér veiligheid, nabijheid en begrip.


Wat kun jij als ouder doen als je kind liegt?

Reageer niet met boosheid, maar met nieuwsgierigheid

Zeg niet: “Waarom heb je gelogen?”
maar: “Was dat moeilijk om te vertellen?”
Zo open je de deur naar eerlijkheid.

Help je kind zijn gevoelens te begrijpen

Vraag: “Was je bang dat ik boos zou worden?”
Of: “Voelde het vervelend om dat te zeggen?”
Door woorden te geven aan gevoelens, help je je kind groeien in emotionele veiligheid.

Maak eerlijkheid veilig

Laat merken dat fouten niet bepalen wie je kind is. Zeg bijvoorbeeld:

“Iedereen doet weleens iets doms, maar dat zegt niets over wie jij bent.”

Geef zelf het voorbeeld

Erken ook jouw eigen kleine leugentjes (“Ik zei dat ik geen zin had, maar eigenlijk was ik gewoon moe”). Zo laat je zien dat eerlijkheid niet gevaarlijk is, alleen menselijk.

Herstel vertrouwen in plaats van het te eisen

Verbinding groeit niet uit controle of straf, maar uit begrip, zachtheid en veiligheid.


Wanneer liegen zorgelijk kan zijn

In de meeste gevallen is liegen een normaal onderdeel van de ontwikkeling. Maar als je merkt dat je kind vaak liegt uit angst, emotioneel terugtrekt of heftig reageert op schuld, kan dat een signaal zijn dat het zich onveilig voelt.

In dat geval kan het helpend zijn om samen te onderzoeken wat eronder ligt.


De waarheid over liegen (ook bij volwassenen 😉)

Een kind dat liegt, probeert iets te beschermen, zichzelf, zijn zelfbeeld, zijn plek bij jou. En laten we eerlijk zijn: soms doen volwassenen precies hetzelfde. 😉

Tot slot

Liegen is geen teken van mislukte opvoeding, maar van groeiend bewustzijn. Een kans om je kind beter te begrijpen, en om eerlijkheid weer veilig te maken. Als jij als ouder rustig kunt blijven, leer je je kind dat de waarheid nooit gevaarlijk is, alleen spannend, en vooral menselijk.

Wil je meer weten of heb je een vraag? Klik hier voor contact!

Beeldschermgebruik

Beeldschermgebruik bij kinderen: hoe vind je de juiste balans?

Schermen zijn niet meer weg te denken uit het leven van kinderen. Van educatieve apps en schoolopdrachten tot gamen en filmpjes kijken: het hoort erbij. Maar hoe zorg je als ouder dat beeldschermgebruik gezond blijft en niet ten koste gaat van slaap, beweging of sociaal contact?

Hoeveel schermtijd is gezond?

Volgens experts draait het niet alleen om hoeveel tijd je kind op een scherm zit, maar ook wat het doet en in welke context.
Hier zijn algemene richtlijnen:

  • 0-2 jaar: geen schermtijd
  • 2-5 jaar: maximaal 30 minuten per dag
  • 6-12 jaar: ongeveer 1 uur per dag (bijv. verdeeld in 4×15 minuten)
  • 12 jaar en ouder: maximaal 2 uur per dag (schoolwerk niet meegerekend)

Deze adviezen zijn gebaseerd op richtlijnen van o.a. de World Health Organization (WHO) en het Nederlands Jeugdinstituut (NJI).
De overheid waarschuwt bovendien dat intensief scherm- en socialmediagebruik de (mentale) gezondheid kan beïnvloeden. Denk aan slaapproblemen, concentratieproblemen en een negatief zelfbeeld. Daarom luidt hun advies: wacht met social media tot 15 jaar.

Positieve kanten van schermgebruik

Beeldschermen hebben ook hun goede kanten. Ze kunnen bijdragen aan creativiteit, sociale contacten (zoals online met vriendjes spelen of chatten) en educatief leren. Het draait om bewust gebruik: weten wanneer en waarvoor schermen worden ingezet.

Tips voor gezond beeldschermgebruik

  1. Maak duidelijke afspraken
    Leg samen met je kind vast hoe lang en wanneer schermen gebruikt mogen worden. Een visuele planner of een ‘beeldschermcontract’ helpt daarbij.
  2. Zorg voor balans
    Stimuleer activiteiten zonder scherm, zoals buitenspelen, lezen of samen iets creatiefs doen.
  3. Creëer schermvrije momenten
    Bijvoorbeeld tijdens het eten, of een uur voor het slapen.
  4. Maak schermvrije zones
    Geen schermen in de slaapkamer, badkamer of aan tafel.
  5. Wees een rolmodel
    Kinderen leren vooral door te kijken. Beperk dus ook je eigen schermtijd waar mogelijk.
  6. Praat over online gedrag
    Bespreek met oudere kinderen wat ze online meemaken, en hoe ze met social media omgaan.
  7. Gebruik ouderlijk toezicht
    Stel filters, tijdslimieten en kindmodi in waar nodig.

De afmaakregeling: rustiger stoppen met gamen

Wanneer de schermtijd om is, kan het lastig zijn om direct te stoppen, zeker tijdens een online spel.
Een afmaakregeling kan helpen: je kind mag het lopende potje afmaken, maar geen nieuwe starten.

Voordelen van een afmaakregeling:

  • Minder strijd of frustratie
  • Leert verantwoordelijkheid nemen
  • Vergroot eerlijkheid (“Ik mag afronden, maar niet smokkelen”)

Zo pas je het toe:

  • Spreek duidelijke regels af: “Je mag dit potje afmaken, daarna stoppen.”
  • Houd rekening met de duur van het spel.
  • Zet eventueel een timer.
  • Geef complimenten als je kind zich eraan houdt.

Net als buitenspelen: als een kind aan het voetballen is, loopt het ook niet direct weg als de tijd om is, het maakt het potje af en zegt zijn vriendjes gedag.

Signalen van te veel schermtijd

Let op waarschuwingssignalen als:

  • Slechter slapen
  • Prikkelbaarheid of rusteloosheid
  • Minder interesse in andere activiteiten
  • Verminderde concentratie

Zie je dit bij je kind? Dan kan het helpen om samen nieuwe afspraken te maken of leuke alternatieven aan te bieden.

Tot slot

Gebruik schermen bewust, met mate en met aandacht voor balans. Door samen duidelijke regels te maken, een goed voorbeeld te geven en oog te houden voor signalen, help je je kind gezonde digitale gewoonten ontwikkelen.

Wil je meer tips over gamen, balans en opvoeding?

Neem gerust contact met mij op of volg mijn berichten op social media.

Moeizame eters

Over boosheid

Mindfulness oefeningen

Het bange kind

Zelfvertrouwen

Zelfvertrouwen

Wat is dat eigenlijk? Waar zit dat in jouw lijf? Vragen die ik regelmatig stel aan kinderen in mijn praktijk. Kinderen die wel wat zelfvertrouwen kunnen gebruiken, zijn kinderen die het soms lastig vinden om voor zichzelf op te komen. Ze durven geen vragen te stellen in de klas, stappen niet graag op leeftijdsgenootjes af, zijn weinig zelfstandig, durven niet zo gauw nieuwe dingen te proberen en passen zich voortdurend aan de omgeving aan. Kinderen met een gebrek aan zelfvertrouwen zeggen vaak dingen als ‘ik kan het niet’, ‘ik doe het niet’, ‘ik durf het niet’, ‘ik weet niet hoe het moet’, ‘kun jij het doen?’. Ook worden onzekere kinderen sneller gepest en kunnen ze moeilijk hun grenzen aangeven. Hoe kun je nu het zelfvertrouwen vergroten?

Zelfkennis!

Alles begint met het leren kennen van zichzelf! Wat kan jouw kind allemaal? Welke kwaliteiten heeft hij of zij allemaal in huis? Op welke kwaliteiten kan jouw kind altijd vertrouwen? Denk hierbij aan kwaliteiten als dapper, doorzettingsvermogen, creatief, ontdekken, uitleggen, sociaal, oplossingen bedenken, etc.  Als kinderen hun kwaliteiten kennen of in kaart hebben gebracht, kunnen ze deze in zetten om hun problemen op te lossen.

Voorbeeldfunctie

Als ouders ben je een voorbeeld voor je kind. Ben jij als ouder vaak onzeker? Roep je regelmatig ‘Dat durf ik niet’, ‘Ik vind mezelf niet mooi!’ of ‘Ik kan dat niet!’? Wees je er dan van bewust dat kinderen dit overnemen! Ga eens voor de spiegel staan en benoem wat jij mooi vindt aan jezelf in het bijzijn van je kind. Laat af en toe in gesprekken vallen welke kwaliteiten jij hebt en hoe jij die inzet als je een uitdaging tegen komt.

De valkuil van complimenten

Je kind komt thuis met een zelf geknutselde kandelaar van een wc-rol. De kandelaar kleeft, valt aan alle kanten uit elkaar, er past geen kaars in. Het is dat je kind vertelde dat het een kandelaar is, anders had je het niet kunnen bedenken. Toch zeg je ‘WOW! Wat een prachtige kandelaar heb je gemaakt, goed gedaan!’. Als ouder ben je van nature geneigd om alles wat je kind heeft gemaakt de hemel in te prijzen. Helaas denkt de omgeving soms anders over de prestaties van je kind. Dit kan verwarrend zijn en een negatieve invloed hebben op het vertrouwen in de ouders, zichzelf en de omgeving. Toch zijn complimenten heel fijn voor het zelfvertrouwen, maar hoe geef je die dan?

  • Geef oprecht gemeende complimenten
  • Geef complimenten over het gedrag, inspanningen of inzet (Bijvoorbeeld ‘Je hebt er veel tijd ingestoken, zeg!’ of ‘Je bent hier vast heel lang mee bezig geweest, wat een doorzetter ben jij!’)

Bij complimenten op resultaat zoals bij schoolwerk of lief spelen met vriendjes, beoordeel jij je kind en wordt het gevoel van zelfverzekerdheid van je kind afhankelijk van jou. Je kind raakt hierdoor gericht op prestatie en kan bij lagere cijfers of conflicten met vriendjes helemaal van slag raken. En dat terwijl het toch zo zijn best heeft gedaan!

Zelfstandigheid

Door je kind dingen zelf te laten doen, vertel je jouw kind dat jij er alle vertrouwen in hebt dat hij of zij het zelf kan. Kinderen leren hiermee hun vaardigheden ontwikkelen, verantwoordelijkheid nemen voor hun acties en keuzes en problemen op te lossen. Onderzoek in welke dagelijkse situaties jij je kind wat meer kan loslaten. Het geeft je kind grip en het zelfvertrouwen krijgt een boost! Lees hier meer over het vergroten van de zelfstandigheid.

Gedachten

Niets in de wereld geven zoveel zorgen als onze gedachten. Deze gedachten zijn geen feiten, maar slechts gedachten! Stemmetjes in het hoofd. Overtuigingen, meningen, aannames. Negatieve gedachten zullen nooit positieve gevolgen hebben. Door negatieve gedachten te vervangen door positieve gedachten krijg je positieve resultaten. Eenvoudig? Zeker niet! Alles is te leren. Door positieve gedachten ga je beter voelen, betere keuzes maken en mooiere dingen aantrekken.

Dankbaarheid

Als een kind weinig zelfvertrouwen heeft, kan het de neiging hebben om alleen nog maar de vervelende dingen te zien. Soms worden de mooie dingen vergeten en ziet hij of zij alleen maar alles wat niet leuk was. Laat je kind iedere avond drie dingen opschrijven waar hij of zij die dag dankbaar voor was. Dit zijn dingen waar je kind blij en gelukkig van werd. Dat kunnen grote dingen zijn, maar kunnen ook kleine dingen zijn, zoals het aaien van een huisdier. Door de positieve dingen regelmatig op te schrijven, gaat je kind zich vanzelf vrolijker voelen. Het zelfbeeld verbetert en het zelfvertrouwen neemt toe!

Kan jouw kind wel wat zelfvertrouwen gebruiken? Ik ben er voor jullie en voor jullie kind. Neem gerust contact op om de mogelijkheden te bespreken.

Zelfliefde

Zelfliefde

Het woord zelfliefde zegt het al: liefde voor jezelf. Niet iets waar je van jongs af aan op school over leert of waar actief bij wordt stilgestaan. Maar oh zo ontzettend belangrijk voor de ontwikkeling van het individu en voor de eigen geluksbeleving. Het is één van de belangrijkste rollen als ouder om je kind te leren wat zelfliefde is. Je wilt dolgraag dat je kind opgroeit met zelfvertrouwen en dat je kind mild is voor zichzelf. Want tegenwoordig moeten we vooral heel veel van onszelf, waardoor op steeds jongere leeftijd mensen uitvallen met o.a. stress en burn-out klachten.

Hoeveel een kind van zichzelf houdt, is moeilijk in te schatten. Kinderen die niet van zichzelf houden, hebben vaak een laag zelfbeeld, zijn onzeker en keuren zichzelf voortdurend af. Deze kinderen vinden het lastig om voor zichzelf op te komen, klappen dicht, lopen weg, worden boos, verdrietig, verlegen of krijgen last van onverklaarbare lichamelijke klachten. Door gebrek aan zelfliefde heeft het kind ook moeite met het maken van de juiste keuzes voor zichzelf en kan onvoldoende zijn of haar grenzen aangeven.

Hoe stimuleer je zelfliefde bij je kind?

Hier komen wat eenvoudige tips! Laat je kind:

  • Positief over zichzelf praten
  • Zichzelf aanmoedigen met mooie affirmaties
  • Zijn of haar positieve eigenschappen erkennen
  • Zichzelf accepteren ‘Niemand is perfect’, ‘Iedereen is uniek’
  • Ook de zwakke punten accepteren ‘Iedereen heeft deze, je bent goed zoals je bent’
  • Doen waar het goed in is! Focus op de positieve eigenschappen
  • Weten hoe belangrijk zelfzorg is
  • ‘Nee’ zeggen als iets niet goed voelt. Je kind hoeft zich niet altijd aan te passen en mag al jong leren grenzen aan te geven.
  • ‘Nee’ zeggen als iets niet goed voelt. Ook als een ander dat niet leuk vindt! Help je kind het ongemakkelijke gevoel daarbij te accepteren.
  • Voor zichzelf opkomen op een vriendelijke en liefdevolle manier
  • Zich creatief uiten (dansen, zingen, tekenen, etc.)

Een kind van zichzelf leren houden heeft een heleboel voordelen:

  • Het vergroot het zelfvertrouwen en het zelfrespect
  • Ze durven te geloven in zichzelf en te vertrouwen op hun eigen kwaliteiten
  • Ze gaan makkelijker uitdagingen aan
  • Ze maken positieve keuzes in hun leven
  • Ze bouwen emotionele veerkracht op (omgaan met teleurstellingen, negatieve ervaringen kunnen ze beter verwerken)
  • Ze gaan (later) gezonde relaties aan
  • Het verbetert hun fysieke en mentale welzijn
  • Ze durven uit hun comfortzone te stappen en blijven daardoor ontwikkelen
  • Het bevordert een positieve mindset, waardoor uitdagingen gezien worden als kansen voor groei!

Wil je meer weten over zelfstandigheid vergroten? Klik dan hier!

Zelfstandigheid vergroten

Zelfstandigheid vergroten

Je leest er veel over: de zelfstandigheid vergroten van je kind.
Wat heb je soms toch een engelengeduld nodig als je je kind zelf iets laat doen. We willen graag dat onze kinderen zelfstandiger worden, maar als het te lang duurt of niet helemaal gaat zoals wij willen, dan worden we ongeduldig. Soms ontbreekt het ons aan tijd en soms hebben we geen zin in de rommel en het geknoei. Toch heeft het voordelen om kinderen dingen zoveel mogelijk zelf te laten doen. Ten eerste wil je als ouder dat als je kind volwassen is, zelfstandig genoeg is om voor zichzelf te zorgen. Gelijk een mooi opvoeddoel!

Waarom zou je de zelfstandigheid nog meer vergroten?

Het vergroot het zelfvertrouwen van het kind. Door je kind het zelf te laten doen vertel je jouw kind dat JIJ er alle vertrouwen in hebt dat hij of zij het zelf kan. Kinderen ontwikkelen hun vaardigheden, leren verantwoordelijkheid nemen voor hun acties en keuzes, ze leren problemen oplossen, ze voelen zich gelijkwaardig, het geeft grip en hun zelfbeeld krijgt een boost!

Eenvoudige tips om zelfstandigheid te vergroten:

  • Zelf kleding uit laten zoeken en aan laten kleden (no matter what je kind wil aantrekken!)
  • Zelf haren kammen en tanden poetsen
  • Geef een huishoudelijk taakje (vraag om hulp!)
  • Zelf brood laten smeren en snijden
  • Zelf lunchbox laten maken
  • Zelf limonade in laten schenken
  • Zelf jas dicht ritsen
  • Zelf naar opa en oma bellen
  • Zelf de schoenen aan doen
  • Fouten laten maken en zelf laten oplossen

Er zijn uiteraard nog legio voorbeelden te noemen hoe je de zelfstandigheid kunt vergroten. Kinderen hebben van nature de behoefte om dingen zelf te willen doen. Laat ze dus vooral zelf proberen en heb daar geen oordeel over. Iedere keer dat ze opnieuw iets zelf doen of proberen, zal het telkens een stukje beter gaan!

Wil je meer weten over faalangst? Klik dan hier!