Het bange kind
Het bange kind
Angstige gevoelens
Het bange kind. Dagelijks zie ik kinderen met angstige gevoelens. Nachtelijke angsten, zoals angst voor onbekende geluiden, angst voor het donker, alleen zijn, schaduwen, inbrekers, bang dat papa/mama weg zijn of gaan, monsters, verlatingsangst, etc. In bijna ieder gezin komen de angsten gedurende een bepaalde periode voor. De ontwikkeling van angsten is een normaal proces in de emotionele ontwikkeling van kinderen. Een beetje angst werkt waarschuwend en kan leiden tot het vermijden van gevaar, wat een positieve ontwikkeling is. Als de angst belemmerend gaat werken, waardoor een kind niet meer wil gaan slapen, het slaapritme ernstig verstoord wordt, lichamelijke klachten krijgt, niet meer naar buiten wil, alle gordijnen vroeg dicht wil hebben, niets zonder jou wil doen etc. dan is het een negatieve ontwikkeling.
Er is geen standaard aanpak rondom angsten. Ieder kind is anders en ieder kind heeft dus ook iets anders nodig. Meerdere factoren spelen daarnaast een rol. Het is daarom belangrijk om angsten systemisch aan te pakken. Of wel, ouders en de rest van het gezin zijn hulpbronnen bij de aanpak van angsten van het kind.
Tips om om te gaan met het bange kind
- Neem de angst van je kind serieus. Zeg niet ‘Er is niks aan de hand.’ Het kind ervaart en voelt de angst echt. Dat is een heel naar en overweldigend gevoel. Bied troost als je kind ’s nachts gillend wakker wordt en help je kind zich weer veilig te voelen in zijn of haar eigen bed.
- Welk voorbeeld geef jij zelf? Ben jij angstig? Spreek je dat uit of laat je dat op een andere manier merken? Kinderen pikken veel op van hun ouders en kunnen genetisch ook angstige gevoelens hebben meegekregen. Zoek eventueel zelf als ouder hulp om grip op je eigen angstige gevoelens te krijgen.
- Blijf zelf rustig, verlies je geduld niet. Kalmte zorgt voor kalmte en geeft een gevoel van veiligheid. Daarnaast, als je zelf onrustig wordt dan kan een kind gaan denken dat jij ook bang bent waardoor de angst gevoelens van het kind bevestigd en versterkt kunnen worden.
- Zeg niet tegen je kind dat monsters niet bestaan. Ga mee in de fantasie van het kind zonder te impliceren dat monsters bestaan. Hoe? Stel vragen! Bijvoorbeeld: Hoe ziet het monster eruit? Waarom komt het monster eigenlijk? Waar woont hij? Wanneer heb je voor het laatst een monster gezien? Bedenk geen monstervallen en of laat je kind geen brieven aan de monsters schrijven. Hiermee suggereer je namelijk dat monsters bestaan. Hoe mooi zou het zijn als je kind zelf gaat ontdekken dat monsters niet bestaan?
- Let op dat je geen dingen impliceert. Door vragen te stellen als ‘Ben je bang?’ suggereer je indirect dat er sprake kan zijn van een situatie waarbij je kind bang hoort te zijn. Beter is om te benoemen wat je ziet en je kind te vertellen dat het veilig is.
- Als het bange kind je vraagt om te controleren of alle deuren en ramen op slot zitten, dan is het verleidelijk om samen met je kind een ‘rondje huis’ te doen en er samen voor te zorgen dat alles goed op slot zit. Tegelijkertijd kan dit ook bevestigend werken. Je kind kan gaan denken dat het nodig is om alles op slot te doen, ten slotte ga jij als ouder ook alles controleren en op slot draaien. Je kind gaat denken en/of krijgt bevestigd dat er een reden voor zal zijn om alles goed op slot te doen! Beter is het om je kind troost te bieden, te begrijpen dat er angst is en dat dat heel naar is en dat angstige gevoelens ook weer overgaan. Blijf bij je kind totdat het weer rustig.
- Wanneer een kind iets (nog) niet durft, bespreek dan met je kind welke stapjes je kind wel kan zetten. Wanneer en hoe durft je kind het wel? Wat heeft je kind nodig? Vaak gaat dit gepaard met het vergroten van het zelfvertrouwen. Als een kind vertrouwen krijgt in zichzelf en op zichzelf durft te vertrouwen dan worden angstklachten om iets (alleen) te gaan doen ook langzaam minder. Het kan soms lang duren voordat een kind een eerste stap zet. Blijf geduldig.
- Vermijding houdt angst in stand, maar dwingen is geen goed idee. Blijf oefenen met spannende situaties. Neem de angst serieus en activeer je kind om zelf na te denken wat hij nodig heeft om met de situatie aan te gaan. Denk en praat realistisch en positief met je kind over de te komen spannende situatie. Zorg voor mentale ondersteuning, troost en laat je kind niet alleen, maar los het ook niet op.
- Je kind voelt de angst heel echt van binnen en dat is heel vervelend. Door te zeggen dat stoere meiden en grote jongens niet bang zijn voor dit soort dingen, creëer je een gevoel van falen. Zeg niet dat je kind een ‘grote jongen’ of ‘stoere meid’ moet zijn. Gevoelens zijn er nou eenmaal en mogen er altijd zijn! Een kind moet nog leren omgaan met deze gevoelens. Ook zal je kind minder snel met je delen dat het bang is; hij of zij wil tenslotte zijn ouders niet teleurstellen dat het geen grote jongen of stoere meid kan zijn. Je kind blijft dan alleen worstelen met deze nare gevoelens van binnen en dat kan ervoor zorgen dat angsten groter worden.
Als je kind niet alleen wilt gaan slapen
Veel ouders nemen hun kinderen in bed als ze niet alleen willen gaan slapen of ’s nachts gillend wakker worden. Er zijn veel theorieën hierover. Uiteindelijk is leren slapen in het eigen bed een belangrijke fase in de ontwikkeling van de zelfstandigheid van het kind. Ook draagt het bij aan het leren vertrouwen op zichzelf en het zich veilig voelen in zijn eigen kamer, alleen met zichzelf. Als ouders kinderen in bed blijven nemen, dan heeft dit een averechts effect. Kinderen komen moeilijker los van hun ouders, leren minder snel op zichzelf te vertrouwen en leren moeilijker omgaan met angstige gevoelens.
Dit neemt niet weg dat het voor ouders heel lastig is om te zien dat je kind bang is en dat je je kind niet alleen wilt laten. Er zijn andere manieren om nabijheid en veiligheid te bieden aan je kind. Je kind heeft je tenslotte nodig!
Een mini stappenplan om het bange kind te leren slapen in zijn eigen kamer
Stap één: Zorg dat de slaapkamer van je kind als veilig wordt ervaren. Laat je kind mede bepalen hoe zijn kamer eruit ziet. Waar staat het bed? Welke spullen staan in het zicht? Welke niet?
Stap twee: In plaats van dat je kind bij jou in bed slaapt, slaap jij bij je kind op de kamer. Op een matras/luchtbed op de grond, net wat past. Je kind went aan slapen op de eigen kamer en jij bent daar om je kind niet alleen te laten als het bang is of gillend wakker wordt.
Stap drie: Het matras/luchtbed wordt vervangen door een stoel. Je blijft bij je kind tot het in slaap gevallen is.
Stap vier: De stoel verplaats je richting de deuropening, nog wel in het zicht. Je blijft bij je kind tot het in slaap gevallen is.
Stap vijf: De stoel verplaats je uit de slaapkamer van het kind, nog wel in het zicht, maar niet in de kamer. Je blijft daar zitten tot je kind in slaap gevallen is.
Stap zes: De stoel verplaats je uit het zicht van je kind. Je blijft daar zitten tot je kind in slaap gevallen is en spreekt af met je kind dat je om de 10 minuten even komt kijken.
Bij het uitvoeren van dit stappenplan is consent van je kind noodzakelijk. Je kunt pas de volgende stap zetten als je kind zich daar veilig bij voelt. Daardoor kan dit een langdurig proces zijn en vraagt dit veel doorzettingsvermogen van jou als ouder. Spreek alles goed door met je kind en hou daarbij het doel voor ogen! Het doel: ‘Jij wilt lekker slapen in je eigen kamer, in je eigen bed, zonder het gezweet van mama en het gesnurk van papa!’
Plan op maat
Bij dit mini-stappenplan komt overigens nog meer kijken en er kunnen nog vele stappen aan toegevoegd worden. Hoe groot is het zelfvertrouwen van het bange kind? Is het kind gemotiveerd? Het opwekken van motivatie en het vergroten van het zelfvertrouwen zijn processen die parallel nodig zijn om het kind succesvol te leren slapen op zijn eigen kamer. Heeft het kind een vol hoofd en/of piekert het veel? Dan is hier ook hulp bij nodig.
Ik ben er om jullie te helpen en een plan op maat te maken. Neem gerust contact op om de mogelijkheden te bespreken.